Boom. lengte 15 – 25 m. Bloemkleur: veelal roomwit, ook wel roodachtig.
Bloeimaanden: juni-juli.
Bodem: Zonnige
tot half beschaduwde plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke grond (leemhoudend zand, leem, krijt en stenige
plaatsen.)
Groeiplaatsen: Bossen,
struwelen, bosranden, rotsachtige plaatsen.
Verspreiding: Noord
Amerika; thans veel gekweekt en algemeen verwilderd en ingeburgerd in Europa
en Azië. Nederland: Vrij algemeen in Zuid-Limburg,
elders vrij zeldzaam.
De Robinia is van oorsprong afkomstig uit het oosten van Noord Amerika. De boom is door J. Robin uit Virginia
in het begin van de 17e eeuw naar Parijs gebracht. Het is een snel groeiende boom, vaak grillig van vorm, die laat
in blad komt. In het Beatrixpark zijn in het natuurdeel een aantal Robinia’s aangeplant. Ook elders in Almere is
hij in parken en bossen aangeplant. Alle delen van de boom zijn giftig. Hij levert zeer
hard, dicht, taai en duurzaam hout en veel honing. Vanwege de honingrijke bloesem is het een goede drachtplant voor bijen.
Natuurbeschermers zijn echter niet zo gecharmeerd van de Robinia; onder de bomen wordt de bovengrond stikstofrijker en mede
doordat de boom nogal veel licht doorlaat kunnen planten als brandnetel, kleefkruid
en vlieren sterker uitbreiden. Zeldzame bosplanten maken zo plaats voor de meer ordinaire ruigte.
|
BOSJE MET ACACIA'S, NATUURDEEL PARK |
|