|
BODEM: diepe vochthoudende, voedselrijke en kalkrijke grond GROEIPLAATSEN: mild klimaat.
VERSPREIDING: zuid-oost Europa; gecultiveerd en verwilderd in Europa NEDERLAND:
komt in de natuur niet zoveel voor, voornamelijk gekweekt en aangeplant in parken en tuinen.
De boom wordt veel gekweekt en aangeplant om de vruchten (walnoten). De
Okkernoot geeft in de herfst groene ronde vruchten, waarin de gerimpelde walnoot zit die eetbaar is. De noten rijpen in Nederland
alleen in lange warme zomers. Rijpe noten vallen vanzelf uit de boom. Andere manieren van plukken maken de kans op beschadiging
van takken groot met als resultaat bloeden van de boom. Noten zijn omgeven met een groen bolster, het beschermt de eigenlijke
vrucht. De bolster bevat een okergele kleurstof, die moeilijk uit kleding is te verwijderen. Geraapte noten niet meteen consumeren,
maar eerst enkele weken drogen in een goed geventileerde ruimte. Hierna is de eigenlijke vrucht ten minste twee jaar te bewaren.
De Kelten hielden met okkernootbladeren kwalijke geurtjes op een afstand. Ze wreven de bladeren in kleine stukjes of verbrandden
ze. De geur verspreidde zich heel vlug. Vooral in de ziekenkamer kwam er op die manier een aangename geur.
|