Boom.
Lengte: 3 –
24 m.
Bloemkleur: Geel- of roodachtig.
Bloeimaanden: februari-april
Bodem: Zonnige
tot licht beschduwde plaatsen op vochtige tot natte, vrij voedselarme tot voedselrijke grond (o.a. rivierklei, kleiig laagveen,
lemige beekdalgrond en venige laagten in zand- en kleigebieden.)
Groeiplaatsen: Moerasbossen,
waterkanten, loofbossen, beschoeiingen van kanalen, in voegen van sluismuren.
Verspreiding: Europa,
zuid- en oostwaarts tot in het Atlasgebied, Klein-Azië en West-Siberië.
Nederland: Algemeen
Vooral ’s winters maakt de boom door zijn donkere schors en elzenproppen een zwarte indruk; vandaar zijn
Nederlandse naam. Het hout krijgt na het kappen of zagen een oranjerode kleur, alsof het bloedt. Een oude Duitse legende spreekt
daarom dat er een kwade geest in huist; de Erlköning (= elzenkoning).
De Zwarte Els is een pioniersboom; beter dan alle andere inheemse bomen groeit de boom op drassige bodems met
stagnerend water en doorwortelt hij ongerijpte grond. De wortels hebben een zeer geringe zuurstofbehoefte.
Knolletjes op de wortels van de Zwarte
Els bevatten bacteriën die stikstof uit de lucht binden. Dit compenseert het stikstofgebrek dat drassige grond vaak vertoont.
De wortels groeien door tot in het grondwater; in verband hiermee wordt nogal eens een Els door bliksem getroffen.