Bomen Beatrixpark Almere

Zomereik

Home
Beatrixboom
Schietwilg
Walnoot
Ruwe Berk
Iep
Esdoorn
Populier
Beuk
Haagbeuk
Linde
Kastanje
Zoete Kers
Acacia
Gewone Es
Zomereik
Zwarte Els
Lijsterbes
Bonte Esdoorn
Sleedoorn
Gelderse Roos

Naam: Zomereik                                 Quercus robur

Familienaam: Napjesdragersfamilie        Fagaceae

zomereik6.jpg

Boom. 

Lengte: 15 – 45 m.
Bloemkleur:
Geelgroen. 

Bloeimaanden: april-mei.

Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme tot voedselrijke grond (van zand tot compacte klei.)
Groeiplaatsen:
Loofbossen, struwelen, hagen, op de koppen van oude rivierduintjes, stuifzand, kalkarme duinen.

Verspreiding: Europa, van Ierland tot de Oeral, behalve in de noordelijkste en de zuidelijkste delen.
Nederland: Zeer algemeen.

 

Zomereiken bereiken van alle Europese boomsoorten de hoogste leeftijd; er zijn exemplaren bekend van 1500 jaar oud. Kenmerk van de Zomereik zijn de ongesteelde bladeren en de gesteelde eikels (zie ook Wintereik). Van boomvormige Zomereiken vallen de bladeren in de herfst af, maar aan struiken blijft het bruin geworden blad ’s winters lang hangen. Op eikebladeren vinden we vaak allerlei soorten gallen, die worden veroorzaakt door de larven van insecten. Eikenhout geeft een gelijkmatig brandend vuur en is daardoor gewild in bijvoorbeeld de open haard. Eikels worden gegeten door o.a. duiven, eksters, roeken, eekhoorns en muizen. Vroeger werden de eikels vaak geraapt als varkensvoer (mast). Vooral de nog gladde schors van jonge bomen bevat veel looistof (tannine). Zij werd vermalen tot eek of run, dat in de leerlooierijen in gebruik was. De Zomereik kent een zware maar open kroon waardoor veel ondergroei mogelijk is

zomereik1.jpg

zomereik2.jpg

zomereik3.jpg

Enter supporting content here

zomereik5.jpg